Kruidenthee Melange voor Leversupport

€ 6,95

Paardenbloemwortel, Mariadistel, Grote klitwortel, Kleefkruid

De leverfuncties kunnen worden verdeeld in drie hoofdgroepen:

  1. Vasculaire functie: de lever bevat een betrekkelijk groot bloeddepot en kan bijdragen aan de erytropoëse
  2. Secretoire functie: productie van gal. De gal wordt vervolgens opgeslagen in de galblaas.
  3. Metabole functie: is zeer breed, bijvoorbeeld:
    • koolhydraatstofwisseling
    • vetstofwisseling
    • eiwitstofwisseling
    • sacharideafbraak
    • detoxificatie van stoffen.
    • hormoonafbraak
    • opslag van ijzer

De activiteiten van de lever leveren zoveel warmte op dat, via warmteafgifte van de lever aan het bloed, het hele lichaam op temperatuur gehouden wordt.

De lever is een reservoir voor verschillende stoffen:

  • noodvoorraad glycogeen;
  • vitamine A (1 à 2 jaar);
  • vitamine D (1 tot 4 maanden);
  • vitamine B12 (1-3 jaar);
  • vitamine K;
  • ijzer;
  • koper.

Grondstoffen

De grondstoffen die de lever te verwerken krijgt, komen binnen via de poortader. Per minuut stroomt door die ader anderhalve liter bloed de lever binnen, uit de maag, de darmen, de milt en de alvleesklier. In dit bloed bevindt zich het in de spijsverteringsorganen verteerde voedsel: aminozuren uit de vertering van eiwitten, glucose uit de vertering van koolhydraten, vetzuren uit de vertering van vetten, vitamines, mineralen.

Productie
De lever geeft de aminozuren af aan het bloed of bewerkt ze. Een gedeelte van de glucose en vetten slaat de lever zelf op (glucose wordt opgeslagen als glycogeen). Ook ijzer en vitamine A, B12 en D worden bewerkt en opgeslagen in bepaalde delen van de lever.

De lever maakt verschillende eiwitten aan die in het bloed een eigen functie vervullen; bijvoorbeeld fibrinogeen dat nodig is voor de bloedstolling (hemostase), en eiwitten die een taak hebben in de afweer. De lever produceert ook het eiwit albumine, dat dient om de "colloïd osmotische druk" tussen de verschillende (door haarvaten doorbloede) weefsels en de bloedbaan op peil te houden. Het bloed met het opgeloste albumine heeft een hogere osmotische waarde dan het vocht tussen de weefselcellen, waardoor het weefselvocht als het ware wordt opgezogen door het bloed in de haarvaten. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed verder naar de aders.

Een andere belangrijke functie van de lever is het zuiveren van het bloed. Vanuit de stofwisseling in de verschillende lichaamsweefsels afkomstige afvalstoffen, moeten uit het bloed worden gefilterd, voordat het bloed terugkeert in de circulatie, richting de longen. In de milt, die aan de andere kant van de buikholte op dezelfde hoogte zit, worden stervende rode bloedcellen afgebroken. Bij dit proces komt het afvalproduct bilirubine vrij, dat door de milt in de bloedbaan geloosd wordt.

50 g